EMANUEL FEUERMANN

De beroemde Poolse pianist Arthur Rubinstein beschreef zijn landgenoot Emanuel Feuermann (1902-1942) als de ‘grootste cellist aller tijden’. Hij stierf al jong aan een infectie na een kleine chirurgische ingreep. De violist Jascha Heifetz – die veel samenspeelde met Feuermann – stelde dat zo’n wonderbaarlijk talent slechts eens in de honderd jaar wordt geboren. De cellist kwam ter wereld in Polen, groeide op in Wenen en gaf zijn eerste concert op zijn elfde. Nauwelijks vijf jaar later was hij al leraar aan het conservatorium van Keulen. Vlak voor de oorlog emigreerde hij als Jood naar de Verenigde Staten. Met Heifetz en Rubinstein vormde hij daar een beroemd trio. Na Feuermanns dood duurde het zeven jaar voordat Heifetz een andere cellist vond, met wie hij wilde spelen. Zijn stijl was sierlijk, vloeiend en warm. ‘Adellijk’, vond dirigent George Szell. Iedereen was het erover eens dat geen cellist voor of na hem zo’n eenheid vormde met zijn instrument.

 

 


Emanuel Feuermann